Den Haag, Column Peter Storm: Over hondendrollen en agenten

0
261

14606412_1133750250075081_2755706772688664226_n

De politie is een gevaar voor ieder mens die in vrijheid en waardigheid wil leven. De politie vangt een budget, elke agent incasseert een loon. Het is onterecht budget, het is onverdiend loon. Wat de politie als apparaat verdient is ontbinding, verbrijzeling in gruzelementen. Wat iedere agent verdient? Verachting, disrespect., totale ongehoorzaamheid jegens elke poging om orders te geven.

Pas echter wel op hoe je ze aanpakt.. Hondendrollen kun je zonder gevaar opruimen met een schepje en een zakje. Agenten niet, al zijn ze feitelijk een stuk smeriger. Hondendrollen slaan je niet in de boeien, stoppen je niet in busjes en cellen, slaan je niet in elkaar, houden je niet met nekklem in een dodelijke wurggreep, schieten je niet in de rug. Voor politie moet je dus uitkijken.

De politie is een gevaarlijk, gewelddadig orgaan, vol gevaarlijke en gewelddadige mensen. Ze worden agressief op commando, maar doen daar uit eigen beweging maar al te graag een schepje bovenop. Mensen die voor hun rechten en verlangens opkomen door in groepsverband hun mening te uiten, wekken bij politieagenten nogal eens zulke agressie op. Als de groep mensen die een mening uit uit zwarte mensen bestaat, pleegt die agressie nogal eens extra groot te zijn. Oppassen dus. Wees weerbaar. Wees ook voorzichtig. Jij als persoon bent belangrijker dan al je woede bij elkaar. Kies je moment.

Dat ze agressief van zichzelf zijn, zal liggen aan het slag mensen dat de politie aantrekt: lui die graag orders geven, en die graag kracht bijzetten met macho-imponeergedrag, mensen die niet vies zijn van het uitdelen van een klap… de politie heeft op zulke onmaatschappelijke elementen duidelijk een aanzuigende werking, zoals dat in beleidstermen heet. Wie daar meer over wil lweten, kan ik de klassieker van Alex Comfort aanraden:“Authority and Delinquency – a Study in the Psychology of Power”. Maar ook mensen die agent worden met het idee dat ze daarmee een soort doortastende variant van maatschappelijk werk verrichten, zullen in het korps de zeden en gewoonten van de groep overnemen en hetzij net zo agressief worden als de rest, hetzij afhaken, hetzij in een relatief onschuldige rol – wijkagent in een buurt waar vrijwel nooit wat gebeurt – worden.

Maar ook zij draven op commando op als er een knuppelmiddagje georganiseerd is voor de hele groep. Zo ’n knuppelmiddag vindt met name plaats als het gezag, de opdrachtgevers van dit gevaarlijke gezelschap, besloten heeft dat er weer eens een groep vrije meningsuiters de les gelezen moet worden, om een kinderfeest gezellig racistisch te houden bijvoorbeeld. Dat betekent dat flinke aantallen opgefokte, soms overduidelijk doorgesnoven agenten de vrijemeningsuiters voor de voeten lopen, te paard tegen ze aanrijden, ze insluiten, de weg versperren, een bepaalde richting op duwen, soms ook staande houden, boeien omdoen, in busjes en cellen stoppen, slaan met knuppels en vuisten, bestoken met traangas.

Vaak hebben agenten dan niet zomaar een uniform aan, maar zijn ze gehelmd en van schilden voorzien. Er mocht eens iemand van de meningsuiters boos worden over al deze agressie, en iets gaan gooien naar de knuppelaars, iets dat overigens eerder te weinig gebeurt dan teveel, dan gaan ze helemaal los. De aldus door de politie veroorzaakte, of minstens in de hand gewerkte, chaos heet “openbare orde”. Dit is dus nodig, zo moeten we begrijpen, omdat het anders een chaos zou worden.

De andere taak van de politie is – zo zegt men – boeven vangen. Criminaliteit bestrijden. Diefstal, moord en doodslag, openbare geweldpleging. Niet alle openbare geweldpleging trouwens. Waar de politie zelf mensen slaat, knuppelt, hun polsen bijna breekt, hun keel afklemt en mensen bijna (of helemaal) wurgt heet dat geen openbare geweldpleging maar “gepast geweld”, noodzakelijk voor de uitvoering van hun taak. Die openbare orde, nietwaar. Zulk gepast geweld kan dodelijk uitpakken,, dan volgt er een onderzoek, een flinke tijd verlof voor de dodelijke agent, en wellicht een reprimande. Veel verder gaat het zelden. Ook dit laat zien hoe gevaarlijk de politie is. Ze zijn de wet, maar ze staan er feitelijk boven. Ook daarom verdienen noch zij, noch die wet als zodanig, ook maar enig respect.

‘Maar speel ik nu niet erg op de persoon? Het zijn toch niet die agenten die slecht zijn, het is het systeem?’ Ja , het ligt aan het systeem. Dit gewelddadige werk pleegt hun wandaden in opdracht en van belastinggeld – van geld dus dat jou en mij wordt afgeperst zodat we zelf aan onze eigen mishandeling en opsluiting mee betalen. Dat systeem drijft echter op personeel, op agenten in dit geval. Maar niemand wordt gedwongen om agent te worden. Crimineel gedrag kun je ook plegen buiten de officiële kanalen, dat hoeft niet in overheidsdienst. Het is zelfs mogelijk om in leven te blijven zonder het mishandelen van andere mensen. Sterker, dat verdient de voorkeur, zeker als je op achting van je medemensen en op eerlijk zelfrespect hoopt.Wie werkt als agent, doet dat vrijwillig en is verantwoordelijk voor wat zij of hij daar doet. Je kunt opstappen uit het korps, zonder enig levensgevaar. Wie dat niet doet, wie als agent werkt en blijft werken, is wellens en wetens medeplichtig. Bovendien, wie zwijgt stemt toe.

Ik hou iedere individuele agent mede aansprakelijk voor het gedrag van het apparaat waarvan zij of hij uitmaakt. Niet voor niets spreken we van politie-eenheid, Mobiele Eenheid. Dat gedrag is verachtelijk, en elk lid van een korps dat zich verachtelijk gedraagt, verdient zelf verachting. Ja, uit hoofde van diens functie, vanwege diens beroepsmatige rol. Ook als persoon? Geen idee. Wie als agent werkt, hangt de eigen persoonlijkheid aan de kapstok waar zijn helm en uniform van afhaalt. Wie als agent werkt, heeft de eigen persoonlijkheid in een kluisje gedaan gedurende diensttijd. Met de persoon van een agent heb ik, zolang en voor zover zij of hij in functie is, dan ook helemaal niets te maken.

Er valt dus in een agent in functie helemaal niets te ‘respecteren’. Uniform uit – of, in het geval van zogeheten ‘stillen’ (agenten in burger): die malle nepsportschoenen en ‘informele kledij’ uit, en die verveelde blik van de smoel alstublieft – en bevoegdheid inleveren, dan praten we wellicht van mens tot mens. Als de menselijkheid van de agent inmiddels niet zo ernstig is beschadigd door diens functieuitvoering dat ook zo ’n gesprek zinloos is geworden. Dan helpt wellicht nog slechts rehabilitatie, een langdurig traject terug van agent tot mens. Blijven hopen, denk ik dan maar weer.

Wat is dus de gepaste houding jegens agenten? Disrespect, verachting maar vooral ongehoorzaamheid. Niemand heeft immers recht een ander mens orders te geven en met dreiging en geweld ergens toe te dwingen. Niemand. Die ongehoorzaamheid is niet altijd handig in de praktijk te brengen. Bij veel ontmoetingen met agenten ben jij alleen, agenten vaak met meer. Twee tegen één is altijd gemeen, leerde ik op school, maar aan fair play houden agenten zich zelden, en de politieacademie maakt vast wel ongedaan wat ze aan echte sportiviteit ooit is bijgebracht.. Ze kunnen bovendien pijlsnel versterking laten aanrukken. Verder hebben agenten dus boeien bij zich, en een pistool, en de bevoegdheid om ze te gebruiken. Ze kunnen je dus ontvoeren ( ‘arresteren’, heet dat dan), mishandelen en doden. Dat komt niet altijd erg gelegen.

Puur praktisch gesproken is het dus vaak slim om te doen wat agenten je ‘vragen’. Je wilt immers leven, onbeschadigd en met bewegingsvrijheid. Wie niet sterk is, moet slim zijn. Maar laat dat dan een puur tactische keus zijn. Ze hebben geen recht op onze gehoorzaamheid. Ze krijgen soms hun zin, niet omdat ze dat verdienen maar simpelweg omdat ze ons dwingen of ons met dwang bedreigen.Wijken voor overmacht is geen schande. Onze tijd komt nog wel. Waar mensen niet langer gehoorzamen, verliest immers de tiran, de dictator, de macht, zo zette Etienne de la Boetie in “Vertoog over de Vrijwillige Slavernij” al in de zestiende eeuw uiteen. Dat geldt niet enkel voor de individuele tiran, maar ook voor dat tyrannieke orgaan dat ‘politie’ heet.

Maar terwijl we soms dus vaak nu nog om redenen van zelfbehoud hun orders opvolgen, laat dat dan duidelijk onder dwang zijn, en niet uit innerlijke overtuiging. En laten we al die momenten waar we iets van ongehoorzaamheid kunnen laten voelen, benutten, en opzoeken ook Onze houding? Soms meegaand, nooit onderdanig. Soms gevolg gevend aan orders, nooit innerlijk gehoorzaam. En immer op de uitkijk naar dat moment waarop meegaandheid plaats kan maken voor openlijke weerspannigheid. Ongehoorzaamheid, laat dat onze default option zijn, de norm waarvan we slechts onder dreiging met geweld van afwijken.

Niet altijd is de dwang een overmacht. Niet altijd is het te riskant om het gezag te tarten. En slechts door de grenzen van het gezag op te zoeken en stelselmatig te doorbreken waar dat zonder al te veel problemen kan, kunnen we die grenzen krachteloos maken en onze eigen ongehoorzame kracht doen groeien. Soms zijn wij met meer, en het recht op een sportieve behandeling heeft de politie al eeuwen verspeeld. Er komt een dag… en elke weigering om te wijken en te gehoorzamen dient gekoesterd te worden, als voorbode van die dag. Elk ongehoorzame ‘nee’ brengt die dag van bevrijding iets dichterbij. Intussen zij een diepe weerzin en verachting hun welverdiende deel.

Peter Storm

Peter Storm, muzikant, schrijver, lezer, budgettair beperkt levensgenieter en anarchist. Vond als jongetje vogels en orchideeën leuker dan snelwegen en fabrieken, gaf als puber voorkeur aan Indianen boven cowboys, vond Bob Dylan spannend, werd klein dissidentje, werd weinig groter maar wel dissidenter. Anarchistische voorkeuren, later bijna 20 jaar actief geweest in trotskistische organisatie IS, vanaf 2009 zich ontpopt als anarchist/horizontalistisch pro-revolutionair. Heeft website, schrijft ook elders.

via autonomendenhaag.wordpress.com